46 procent Nederlandse voetballers: Moeilijk om uit de kast te komen
In een recentelijk onderzoek van het Mulier Instituut werd bekend gemaakt dat meer dan de helft van de profvoetballers in Nederland het belangrijk vind dat de acceptatie van homo- en biseksualiteit in het betaald voetbal wordt vergroot. Het Mulier instituut werkte voor het onderzoek samen met de Vereniging van Contractspelers (VVCS).
Als het over algemene homo-acceptatie gaat en de homo-acceptatie onder supporters, dan geven profvoetballers dit een ruime onvoldoende. Voor algemene acceptatie gaven de spelers een 4.6 en voor acceptatie onder supporters werd een 3.4 gegeven. Opvallend is dat de spelers zichzelf wel een ruime voldoende geven als het over homo-acceptatie gaat; 7.8.
“Ik denk dat medespelers en staf er geen moeite mee zouden hebben een homo in het team te hebben. De buitenwereld misschien meer”.
Onbekende profvoetballer
In het algemeen werd aangegeven door de profvoetballers dat er aantal grote belemmeringen zijn voor homo-acceptatie in het betaald voetbal. De machocultuur in het voetbal maakt homo-acceptatie niet makkelijker. Spelers hebben het gevoel, dat ze niet hun gevoelens mogen laten zien, en dit zorgt ervoor dat sommige spelers niet de mogelijkheid krijgen om zichzelf te zijn.
Bovendien, worden er veel grappen in het voetbal gemaakt rond homoseksualiteit. Door veel mensen wordt dit gezien als een onschuldig onderdeel van de voetbalcultuur en niet als een negatieve uiting jegens homo- of biseksuele mannen.
In het algemeen, als het gaat om sanctioneren van spelers wanneer het woord ‘homo’ als scheldwoord word gebruikt tijdens wedstrijden of trainingen. Opvallend is dat spelers vaak coulanter ten opzichte van homonegatieve uitingen, vergeleken met een zero tolerance houding ten aanzien van van negatieve uitingen over huidskleur, ethniciteit of geloofsovertuiging.